Het zijn de zinderend hete dagen van augustus. Wanneer miMakker Nantje op de afdeling van meneer De Groot komt, schrikt ze. Er zijn twee bewoners overleden en een derde bewoner ‘ligt slecht’. Meneer De Groot staart voor zich uit, hij heeft zich teruggetrokken in zijn eigen wereld. De Groot voelt zich belazerd, wat is hier aan de hand?
“Ze blazen ons allemaal dood!”

Nantje zingt dezelfde Ierse ballade als de vorige keer. De Groot kijkt op: “Daar bent u weer”. Op hetzelfde moment springt er naast hem een mobiele airco aan. Boos bijt hij Nantje toe: “Ik voel me belazerd. Iedere keer die herrie. Ze blazen ons allemaal dood hier. Elke twee dagen gaat er één. De meesten hebben het niet in de gaten. Maar het is wel efficiënt zo.”

Even weet Nantje niets te zeggen. De Groot vervolgt: “En u doet hier aan mee”. “Ik?” Nantje zet grote ogen op. “Ja u werkt hier toch. Iedereen die hier werkt, doet er aan mee.”

Weg van de herrie en de zorgen

Nantje slikt, het wantrouwen is zo invoelbaar. “Gaat u mee, weg van de herrie?” vraagt ze. De Groot staat op en volgt Nantje naar een andere ruimte. Zij legt haar gitaar weg en zoekt op haar telefoon naar muziek. Even later schalt Edith Piaf door de ruimte. De Groot ontspant en met een lach pakt hij de uitgestoken hand. Samen walsen ze door de ruimte, weg van alle zorgen.

Verloren puzzelstukjes

Voor iemand met dementie is de wereld als een puzzel waarvan steeds meer stukjes missen. Dit kan angst en wantrouwen oproepen. Lieve meneer De Groot, ik hoop dat er elke dag iemand met u danst. Weg van de boosheid en het wantrouwen dat uw ziekte in deze fase met zich meebrengt.

Nanda Niemeijer

Share This