Leeg maken

Het is zo’n mooi beroep, miMakker. Ik geniet er sinds een paar maanden met volle teugen van. Maar soms, heel soms, zakt de moed mij in de miMakker-schoenen.

Voordat ik als miMakker Mik over de afdeling loop, is er al van alles gebeurd. Luister naar rustige muziek, doe wat rek- en strek oefeningen en focus mij op mijn ademhaling. Ik ben op dat moment alleen met mijzelf bezig, langzaam ontspan ik, land ik in het nu. En wanneer ik mijn miMakker-kostuum aantrek, voel ik Kim langzaam naar de achtergrond glijden, wordt mijn hoofd leger en komt Mik tevoorschijn.

Het lijkt zo makkelijk

‘Jezelf leegmaken’, zo heet dat in de termen van Stichting miMakkus. Daar volgde ik de opleiding om miMakker te worden. Daar leerde ik, wanneer ik als miMakker de afdeling op ga, dat het belangrijk is mijn eigen dagelijkse beslommeringen achter mij te laten. Zo ontstaat er ruimte om er volledig voor de bewoners te kunnen zijn. Met een hoofd vol eigen sores kan ik er niet volledig zijn voor de ander. Ik vergelijk het leeg zijn een beetje met het vakantiegevoel; ‘Niks hoeft, alles mag er zijn.”

‘Hoofd leegmaken’…. het lijkt zo makkelijk en heerlijk. Maar in de korte tijd dat ik als miMakker werk, vind ik dat nog de grootste uitdaging. Want soms is mijn hoofd zo vol, dat het gewoon niet lukt. Als moeder van twee kinderen, waarvan een zoon met autisme, heb ik vaak thuis al een soort oorlogje gevoerd voordat ik op mijn werk arriveer. En dan moet ik met een overvol hoofd ook nog eens als miMakker aan de slag. Dan klinkt ‘leeg zijn’ als een paradijs. Zo ook gisteren.

Mijn miMakker

Het was flink hommeles thuis voordat de kinderen allebei naar school waren. Mijn emoties vlogen alle kanten op. Maar ik probeerde ze weg te drukken, want ik moest gaan werken. Eenmaal in het verpleeghuis dacht ik mezelf redelijk onder controle te hebben. Eerst maar een kop koffie en dan omkleden. “Ik kan dit”, zei ik stoer tegen mezelf. Maar als twee collega’s vragen of ik zo dadelijk bij de bewoners in hun woonkamer kom, barst ik spontaan in snikken uit. Ze schrikken er van en troosten mij. Ik moet uiteindelijk zelfs een beetje lachen door mijn tranen heen. Maar besef tegelijkertijd dat ik nu aan mijzelf moet denken, voordat ik iets voor de bewoners kan betekenen. Na een kop koffie en een momentje voor mezelf besluit ik als Kim naar de huiskamer te gaan, niet als miMakker Mik. Mijn kostuum laat ik in de badkamer hangen, het voelt niet goed om dit nu aan te doen.

De eerste bewoner die ik zie, is mevrouw Fransen. Ik ga naar haar toe en ga bij haar op mijn hurken zitten. Ik kijk naar haar en zeg niks, maar wacht af. Ze draait haar hoofd naar mij en vangt mijn blik. “Ooo”, zegt ze alleen maar en pakt mijn gezicht met twee handen vast. Spontaan begint ze voor mij te zingen. Dit komt zo diep bij me binnen, Ik voel heel bewust dat deze mevrouw vandaag iets heel belangrijks voor mij doet, in plaats van andersom. Ze voelt precies aan wat ik nodig heb en stemt moeiteloos af op mijn emotie. Ze blijft mij aankijken, aait troostend over mijn arm en zingt.

We zijn uiteindelijk samen naar buiten gegaan. En terwijl we langs een beekje lopen, merk ik dat mijn humeur beter wordt. Ik voel dat ik blij word van het zingen van mevrouw, het lieve vastpakken, maar ook de zon die vandaag eindelijk schijnt en alle bomen die in bloei staan. Ik merk dat mijn hoofd een beetje leeg wordt.

Dank u wel, mevrouw Fransen, voor de les. Vandaag was u mijn miMakker.

Kim Stollman

Share This