Schuifelend loopt miMakker Tootje naar de huiskamer. Langzaam maakt ze de deur open en blijft verlegen in de deurpost staan. Ze kijkt de huiskamer binnen en voelt ineens dat alle ogen op haar gericht zijn. Tootje steekt haar hand op en zwaait met trage bewegingen naar de bewoners. Een enkele bewoner zwaait terug, een ander begint te lachen en weer een andere bewoner roept: “Kom eens hier!”

Tootje is helemaal beduusd van alle aandacht en loopt schoorvoetend naar de tafel waar mevrouw Pil nog aan het ontbijt zit. Mevrouw bekijkt Tootje van top tot teen en neemt dan een slok van haar koffie. Nieuwsgierig buigt Tootje naar haar toe en ruikt aan het kopje koffie. Mevrouw kijkt naar Tootje haar rode neus en zegt: “Met zo’n neus kun je toch niets ruiken.” Verontwaardigt over de opmerking van de neus snuffelt Tootje verder en ruikt met overdreven snuifgeluiden bij mevrouw haar hals en oksel. Mevrouw schiet in de lach en zegt schaterend: “Dat is andere koffie!”

Samen plezier maken

Ondertussen zitten de andere bewoners het schouwspel te bekijken en volgen de handelingen van Tootje van een afstand. Mevrouw Kunst blijft Tootje aanstaren en maakt uitdagende gebaren naar Tootje. Ze steekt ondeugend haar tong uit en maakt een wegwuivend gebaar. Tootje vindt het helemaal niet leuk en ze kruipt helemaal in elkaar. Mevrouw Kunst geniet er zichtbaar van dat ze Tootje zo kan plagen. Maar dan maakt Tootje zich groter en steekt heel snel de tong uit naar mevrouw. De andere bewoners vinden de reactie van Tootje hoogst amusant. Ze lachen en kijken naar de reactie van mevrouw Kunst. Deze kan de reactie van Tootje wel waarderen en ze besluit zelf om nogmaals de tong uit te steken en een gek gezicht te trekken. Tootje kopieert haar gedrag en er ontstaat een spel waarbij de regie volledig bij mevrouw ligt. De lachsalvo’s die door de andere bewoners worden gemaakt zijn het bewijs van een stralende morgen.

Ik, Coby, heb mogen ervaren dat ondanks het één op één contact ook andere bewoners hebben genoten van mijn bezoek als miMakker Tootje. .

Coby Janssen

Share This