Eindelijk mag miMakker Sophie weer live op de afdeling komen. “Meneer Lever zal wel heel blij zijn dat je er weer bent”, vertelt een hartelijke verzorgster mij. “Hij is erg blij met de kaart die je hem stuurde. Hij heeft hem vaak bij zich in het mandje van zijn rollator.”

Als Sophie even later in de deuropening van meneer zijn appartement blijft staan, ziet ze dat deze verzorgster geen woord teveel gezegd heeft. Want zodra meneer haar ziet begint hij te stralen. Zelfs zijn houding wordt krachtiger als hij rechter op komt staan. Langzaam loopt hij op haar toe. En alsof hij ook heel goed weet dat het moet, houdt hij een redelijke afstand. Een aanraking is echter niet helemaal te voorkomen, maar het blijft bij het even vasthouden van haar bovenarmen. De twinkeling in zijn ogen spreken boekdelen.

Meneer begint te vertellen hoe fijn hij het vindt dat Sophie er weer is. Hij is achteruit gegaan vertelt hij ook. In zijn eigen woorden legt hij haar uit dat hij de prikkels in zijn omgeving, de omgang met anderen steeds moeilijker vindt. “Maar ik ben zo blij dat jij er weer bent. Jij bent toch anders”, legt hij aan Sophie uit met een grote glimlach op zijn gezicht.

Dan haalt hij vol trots de kaart van Sophie te voorschijn. Het is aandoenlijk om te zien dat hij alle woorden op de kaart en bijgevoegde brief een aantal maal heeft onderstreept. Sophie slikt even. Maar meneer heeft nog een verassing voor haar in petto.

Voor jou

“Wacht, ik heb nog wat voor jou”, zegt hij enthousiast. “Ga maar even zitten.” Verwachtingsvol neemt Sophie op een stoel plaats terwijl meneer in een kast kijkt. “Ja, hier heb ik het”, roept hij opgewonden als hij het voorwerp gevonden heeft. “Ik heb het gekregen. Wat er in zat heb ik weggedaan want dat vond ik niet lekker. Ik weet niet wat ik er mee moet., dus als jij het mooi vindt mag je het hebben. Als je het niet mooi vindt dan moet je het ook zeggen hoor.” Maar het koffiekopje wat meneer haar geeft is beeldschoon.

Tegelijk weet meneer ook heel goed dat Sophie geen cadeautjes mag aannemen en helpt haar een handje. “Ik zeg er niks over hoor dat ik hem aan jou geef. Er raakt hier zoveel kwijt, dus niemand hoeft het te weten.” En daar kan Sophie zich wel in vinden. Als ze het kopje op slinkse wijze in de zak van haar rok heeft gedaan, kijken ze elkaar aan met een blik van verstandhouding ‘wij hebben niets gedaan, wij hebben niets gezien’.

Zo lopen ze even later naar de huiskamer, zwijgend over hetgeen hij Sophie gegeven heeft. Bij het afscheid laat Sophie nog even stiekem het kopje aan meneer zien. Met zijn handen gebaard hij dat ze het er niet uit moet halen. Een moment kijkt hij bezorgd, maar al snel is er een ondeugende schittering in zijn ogen. Hij geniet, Sophie ook. Hij zwaait haar gedag. Hopelijk gooit ‘tante Corona’ voorlopig geen roet meer in het eten.

Gerja Visscher

Share This