“Hoe mag ik de naam miMakker Sophie zien? Is dat je naam of is het een beroep?” Dit wordt mij nogal eens gevraagd. Ik leg het graag aan je uit.

Het begin

Het is 1999 als mimeclown Arno Huibers, na aan de basis gestaan te hebben van Cliniclowns Nederland en Roemenië, via een vriendin in aanraking komt met mensen met dementie. De vriendin, een activiteitenbegeleidster, zoekt naar manieren om contact te maken met mensen in een vergevorderde fase van dementie. Zie ziet mogelijkheden voor Arno om hierin iets te bereiken. “Als er iemand is die de in zichzelf verzonken mens met dementie kan bereiken, is het jouw clown.”

Verpleeghuis de Passaat in Eindhoven gaat het experiment aan. En al na een paar bezoeken blijkt de inzet van de mimeclown het beoogde succes te hebben. Zo ontstaat in 2002 Stichting ‘Mijn vriend de clown’, wat later Stichting miMakkus wordt. Deze stichting ontwikkelde een eigen benaderingsmethode voor mensen met dementie en een opleiding tot clown. Ook ontdekt men dat met deze benadering bijzondere contacten ontstaan met mensen met een verstandelijke beperking. Dit wordt toegevoegd aan de opleiding.

Wanneer na 10 maanden de opleiding met succes is afgerond, mag men zich miMakker noemen. De stichting stelt daarbij hoge eisen aan het invoelingsvermogen en de flexibiliteit van de persoon die miMakker wordt. Ook is affiniteit met de doelgroepen een vereiste. En om de kwaliteit te blijven waarborgen is het jaarlijks volgen van een terugkomdag en supervisie na het afronden van de opleiding verplicht.

Dementie en contact maken

Beschadigingen in het brein, veroorzaakt door dementie, maken dat communiceren niet meer vanzelfsprekend gaat. Zinnen maken, de juiste woorden vinden en spreken wordt steeds lastiger naarmate de dementie vordert. En juist taal gebruiken we om uiting te geven aan gevoelens, emoties en ongemakken. Als we taal verliezen zijn we aangewezen om ons op andere manieren te uiten en contact te maken. Manieren die niet altijd goed begrepen worden of zelfs als ongewenst worden ervaren. Vaak zijn wij niet thuis in die andere wijze van contact maken.

Emoties als blijdschap, boosheid en verdriet zijn ook aanwezig bij mensen met dementie, maar zijn steeds moeilijker te verwoorden. De steeds verder vorderende dementie maakt dat contact maken, iets beleven of iets duidelijk maken steeds lastiger wordt. De miMakker is opgeleid om contact te maken en te communiceren als dit niet meer vanzelfsprekend gaat. De miMakker probeert door de woorden en de stilte heen te luisteren en is in staat de emoties erachter te herkennen en te erkennen. Een miMakker probeert als het ware te kijken achter de sluier van de dementie.

Gelijkwaardigheid, afstemmen, rust en respect zijn hierbij sleutelwoorden. Een miMakker stelt zich gelijk aan de mens met dementie en sluit aan bij de sfeer en de stemming van het moment. Een miMakker verplaatst zich in de belevingswereld van de ander. Zo ontstaat er ruimte voor wezenlijk contact en kan de mens met dementie de regie behouden. Een bezoek van een miMakker zorgt vaak voor een toename van verbale reacties en heeft daarnaast een positieve invloed op het gedrag.

Meer over de miMakker vind je in het boek van Arno Huibers: “Dementie met een glimlach”.

In ‘De rode neus, deel 2’ vertel ik volgende week waarom er gekozen is voor het archetype clown en de rode neus.

Gerja Visscher.

Share This